Het IoT zelf bestaat uit een web van slimme apparaten die geschikt zijn voor internet. Hoewel elk van deze apparaten verschillend is, delen ze allemaal bepaalde gemeenschappelijke kenmerken.
In hun meest elementaire vorm verzamelen IoT-objecten gegevens. Elk object is in wezen zijn eigen, zelfstandige computer met zijn eigen IP-adres. Gegevens worden automatisch verzameld via ingebouwde sensoren, en kunnen vervolgens via internet worden gedeeld, waarbij gegevens worden overgebracht tussen objecten, systemen en mensen, zonder dat menselijke interactie nodig is. IoT-objecten variëren in verfijning van eenvoudige bewakingsapparatuur tot uiterst complexe zelfbesturende machines en door AI verbeterde apparatuur.
Wanneer een IoT-object met de wereld communiceert, verzamelen ingebouwde sensoren relevante gegevens. Een moderne windturbine zou bijvoorbeeld in staat zijn gegevens te verzamelen over motortemperatuur, windsnelheid en rotaties.
Zodra de gegevens zijn vastgelegd, stuurt het object deze vervolgens naar de cloud. Hiervoor kan het gebruikmaken van een verscheidenheid aan methoden, waaronder directe ethernet-verbindingen, Wi-Fi, 4G of 5G mobiel, Bluetooth, energiezuinige wide-area netwerken of satellieten. Elk van deze opties heeft zijn eigen sterke punten en beperkingen in termen van bandbreedte, bereik en beschikbaarheid; individuele IoT-apparaten zullen vaak worden geoptimaliseerd voor specifieke connectiviteitsprotocollen.
Wanneer IoT-gegevens in de cloud aankomen, worden deze verwerkt door serversoftware. Zodra de informatie is verwerkt, wordt deze beschikbaar gesteld aan de eindgebruiker. In het voorbeeld van de slimme thermostaat worden de temperatuurgegevens vergeleken met een vooraf ingesteld bereik— Als de temperatuur binnen dat acceptabele bereik valt, hoeft er geen actie te worden ondernomen, maar als de temperatuur buiten dat bereik ligt, kan de thermostaat de gebruiker waarschuwen of automatisch de verwarmings- of koelsystemen van de ruimte activeren om de temperatuur weer binnen het aanvaardbare bereik te brengen.
In termen van B2B-toepassingen worden de gegevens beschikbaar gesteld aan externe operationele teams die vervolgens elk probleem onderzoeken dat wordt gedetecteerd door vooraf bepaalde regels. Deze teams beslissen vervolgens of ze het probleem op afstand willen aanpakken of een buitendienstmonteur willen sturen om het probleem op locatie op te lossen. Als alternatief kunnen potentiële problemen preventief worden aangepakt; door apparatuur te bewaken op waarschuwingssignalen, kunnen teams van externe operations ervoor kiezen preventief onderhoud uit te voeren om problemen vroegtijdig op te lossen, in plaats van te wachten tot de betreffende apparatuur volledig defect is.
In veel gevallen kunnen gebruikers rechtstreeks met het IoT-platform communiceren via een aangesloten applicatie, via hun mobiele apparaat of webbrowser. Hierdoor kunnen ze parameters instellen en aanpassen, of simpelweg controleren hoe het apparaat werkt. Wanneer een gebruiker wijzigingen aanbrengt in zijn apparatuur, stuurt het IoT-apparaat informatie naar de cloud waar deze wordt verwerkt, en wordt deze vervolgens aan het apparaat zelf geleverd.